Hij begint als klerk bij mr. Carel Wythoff[*1767] om het vak te leren en in 1785 krijgt hij zijn benoeming en zijn admissie voor Amsterdam. Hij start dan samen met Wythoff of Wijthoff een gezamenlijk kantoor, notarissen Wythoff en Baak. Dit is aan de noordzijde aan de Leliegracht gelegen. Maar in 1787 staan er advertenties in de krant van zowel C. Wythoff aan de Leliegracht als van de notaris Jonathan Baak waarin vermeld wordt dat Baak kantoor houdt, wat in de advertentie heet het Comptoire, op de Herengracht, bij de Hartenstraat. Het huis heb ik nog niet kunnen vinden. Maar blijkbaar wordt de samenwerking al snel weer verbroken en in 1788 is hij op een andere plaats gevestigd. Het gaat met zijn oude leermeester niet goed, hij wordt in 1801 frauduleus insolvent verklaart door het hof, zijn verblijfplaats is op dat moment onbekend.

Notaris Baak en Cramer.

In 1800 vind ik de eerste advertentie van het kantoor Baak en Cramer, hun comptoire hebbend op de Lelygragt by de Heeregragt, de huidige Leliegracht op het stuk bij de Herengracht. De exacte standplaats is ook hier niet bekend. Johannes Wilhelmus Cramer{1769-1829] is notaris geworden in 1796 en hij is Luthers en getrouwd in 1808. Ook zijn zoon wordt weer notaris, Hendrik Willem Cramer.

In de Franse tijd, van 1795 tot 1813, als Nederland een vazalstaat is van Frankrijk dan is er in de stad een blad, dat de berichten  zowel in het Frans als het Nederlands publiceert. Hieronder wordt er nog gesproken van de notaris, maar in latere advertenties wordt het de keizerlijke notaris.

Het kantoor verhuist in 1810 naar de Keizersgracht, tegenover de Westermarkt, zoals dat in de advertenties wordt vermeld. Maar al snel werken ze dan toch weer onder eigen naam, maar vermoedelijk blijven ze samen in het zelfde kantoor werken tot 1828 als ze er beiden mee stoppen. Dat blijkt ook uit het notarieel archief. En zeer waarschijnlijk hebben zij kantoor gehouden op Keizersgracht 185. Hier gaat de zoon van Baak, Eduard verder, als hij notaris is.

Op 28 februari 1832 overlijd Jonathan Baak. En op 3 september 1838 overlijd de vrouw van Jonathan.

De zoon neemt het kantoor in 1828 over van zijn vader en blijft in het huis wonen tot zijn vrij plotseling overlijden in 1866. Jonathan blijft ongehuwd.

In het huis van Eduard, wonen volgens het bevolkingsregister tussen 1853-1863 de volgende familieleden:
          Joha Wilha Anna Maria Arendsen de Wolff[*05-04-1824]
          Anna Geertruida Baak[25-12-1841]
          Johanna Wilha Anna Maria Baak[05-05-1854]
          Johannes Baak[05-11-1852]
          Jonathan Baak[22-04-1846]
          Will Hendk Jan Barthold Baak[09-04-1848]
          Willemina Henrika Joanna Bartholda Baak[04-07-1856]